Indien uw debiteur zich werkelijk in een uitzichtloze situatie van overmatige schuldenlast bevindt, die bovendien van blijvende aard is, komt deze in aanmerking voor faillietverklaring.
Volgende voorwaarden dienen daartoe vervuld te zijn:
a) Uw debiteur moet handelaar zijn; Een particulier (niet-handelaar) kan dus niet failliet verklaard worden. Voor hen bestaat er wel een andere regeling, m.n. de collectieve schuldenregeling (zie verder).
b) Uw debiteur heeft “op duurzame wijze opgehouden te betalen”. Het gebrek aan liquiditeit dient m.a.w. van blijvende aard te zijn. Het is niet vereist dat uw klant al zijn schulden niet betaalt: zodra de financiële problemen van duurzame aard zijn, komt uw klant in aanmerking om failliet te worden verklaard.
Het feit dat de banken uw debiteur geen geld meer willen lenen omdat ze onzeker zijn of deze dit zal kunnen terugbetalen, vormt het beste bewijs van het ophouden te betalen. Dit noemt men ook het “wankelen van het krediet”.
De rechtbank beslist of aan deze voorwaarden voldaan is en of uw klant dus al dan niet failliet wordt verklaard.
Initiatief
Zowel uw klant, het Openbaar Ministerie als uzelf of één van zijn andere schuldeisers kunnen het initiatief nemen om het faillissement te laten uitspreken.
Uw klant zelf is wettelijk verplicht het faillissement aan te geven ter griffie van de Rechtbank van Koophandel (“de boeken neerleggen”) binnen de maand nadat hij is opgehouden te betalen. Doet hij dit niet, dan loopt hij het risico hiervoor strafrechtelijk veroordeeld te worden.
Voor u is de dreiging tot dagvaarding van uw klant in faillissement een nuttig middel om deze aan te sporen tot betaling, op voorwaarde evenwel dat u beschikt over een zekere en vaststaande schuldvordering (zie eerder) (bijvoorbeeld een onbetwiste factuur).
Alvorens uw klant effectief te dagvaarden, is het echter geraadzaam een advocaat te raadplegen om na te gaan of het sop de kolen wel waard is.
Vonnis van faillietverklaring
Indien de rechter oordeelt dat de voorwaarden voor faillissement zijn vervuld, spreekt hij het faillissement uit.
In hetzelfde vonnis zal hij tevens een rechter-commissaris en één of meer curatoren aanstellen.
De curator is een gerechtelijke mandataris die optreedt als vertegenwoordiger van de gezamenlijke schuldeisers en de gefailleerde. Hij staat onder het toezicht van de rechter-commissaris die belast is met de vereffening van de faillissementsboedel.
De rechter-commissaris wordt aangeduid onder de leden van de rechtbank en is zowel de toezichthouder als de helper van de curator.
Jaarlijks dient de curator aan de rechter-commissaris verslag uit te brengen over de toestand van het faillissement.
Hierin staan ondermeer de ontvangsten, de uitgaven en de stand van de betwistingen van de schuldvorderingen.
U kan een kopie van dit verslag inkijken op de griffie van de Rechtbank van Koophandel die het faillissement heeft uitgesproken.
Op die manier blijft u op de hoogte van de verdere afwikkeling van het faillissement.
Daarnaast brengt de curator u in principe schriftelijk op de hoogte van het faillissement indien u als schuldeiser in de boeken van uw klant staat geschreven.
Gevolgen van het faillissement
a) Verlies van het beheer over zijn goederen
Wordt uw debiteur failliet verklaard, dan verliest hij vanaf de dag van het faillissementsvonnis automatisch het beheer over al zijn goederen.
Voortaan wordt de curator belast met het beheer.
Uw debiteur kan u dus niet meer betalen na het faillissementsvonnis, noch mag hij betalingen ontvangen van zijn debiteuren.
Betaalt hij u toch, dan zal u dat bedrag moeten terugbetalen aan de curator; Betaalt een debiteur van uw klant toch aan deze laatste, dan zal deze een tweede maal mogen betalen, zij het ditmaal aan de curator.
Wenst u na het faillissementsvonnis daarenboven een vordering aangaande uw schuldvordering in te stellen tegen uw klant, dan kan u deze enkel tegen de curator instellen.
Ook een procedure die u voor het faillissement tegen uw klant had ingesteld, dient verder tegen de curator te worden gevoerd.
b) Opgelet voor handelingen van uw klant tijdens de “verdachte periode”
Overeenkomstig de bepalingen in de faillissementswet wordt vermoed dat uw klant heeft opgehouden te betalen vanaf het vonnis van faillietverklaring.
Evenwel mag de rechter dit tijdstip met maximum zes maanden vervroegen wanneer ernstige en objectieve omstandigheden ondubbelzinnig aangeven dat de betalingen reeds voor het vonnis hebben opgehouden.
Dit is wat men noemt de “verdachte periode”.
De handelingen die uw failliet verklaarde klant heeft gesteld tijdens deze zogenaamde “verdachte periode”, kunnen in vraag gesteld worden door de curator.
Het gaat ondermeer om handelingen waarbij uw klant roerende (vb. tv) of onroerende goederen (vb. landbouwgrond) gratis weggeeft of verkoopt voor een spotprijs. Er kan ook gedacht worden aan een factuur die nog niet op haar vervaldatum is gekomen en toch betaald wordt door uw klant.
Een persoon die bijvoorbeeld weet heeft van de slechte financiële toestand van uw klant en het eventuele nakende faillissement, zou er immers aan kunnen denken om op die manier zijn rechten veilig te stellen.
Indien de rechter op verzoek van de curator oordeelt dat deze handelingen terecht in vraag werden gesteld en bijgevolg beslist dat deze handelingen “niet-tegenwerpbaar zijn aan de boedel”, zal bijvoorbeeld degene die de goederen gratis of tegen een spotprijs heeft ontvangen, de zaken moeten teruggeven aan de curator.
c) Opeisbaarheid van de schulden
Het faillissementsvonnis heeft tot gevolg dat de niet vervallen schulden onmiddellijk opeisbaar worden t.a.v. uw gefailleerde klant.
Hoewel uw facturen hun vervaldatum nog niet hebben bereikt, kan u m.a.w. wel al eisen dat ze betaald worden.
Daarentegen houden de interesten op te lopen vanaf de datum het faillissementsvonnis, tenzij u beschikt over een bevoorrechte of gewaarborgde schuldvordering (vb. de hypothecaire schuldeiser, de fiscus).
d) De lopende contracten
Indien u met uw debiteur een contract gesloten heeft voor de datum van het faillissementsvonnis en het vonnis maakt geen einde aan dit contract, dan beslist de curator of hij dit contract al dan niet verder uitvoert.
U kan de curator aanmanen om deze beslissing binnen de 15 dagen te nemen. Beslist de curator niet binnen deze termijn, dan wordt het contract geacht te zijn verbroken vanaf het verstrijken van deze termijn.
e) Eigendomsvoorbehoud
Mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn, kan u het beding van eigendomsvoorbehoud inroepen en uw goed(eren) dus terugvorderen.
De aangifte en verificatie van de schuldvorderingen
Ten laatste op de dag bepaald in het faillissementsvonnis, moet u (en in beginsel ook elke andere schuldeiser) aangifte doen van uw schuldvordering op de griffie van de Rechtbank van Koophandel, die een tabel opmaakt van alle aangegeven schuldvorderingen.
U kan op de hoogte komen van het faillissement door de raadpleging van het Belgisch Staatsblad of de regionale kranten, of doordat u een schrijven hebt ontvangen van de curator (indien u hem bekend bent als schuldeiser).
Laat u na tijdig uw schuldvordering aan te geven, dan komt u niet in aanmerking voor de uitdelingen. Indien de aangifte te laat is gebeurd, maar toch nog voor de vergadering die plaatsvindt na de vereffening van de failliete boedel, hebt u wel nog recht op een dividend voor het nog niet verdeelde actief.
Denk eraan dat de aangifte van schuldvordering door u als schuldeiser moet worden ondertekend of door uw gevolmachtigde en dat de bewijslast van uw vordering als schuldeiser op u berust. U zal dus uw vordering moeten omschrijven, becijferen en bewijzen op basis van stukken die u voorlegt.
In aanwezigheid van uw debiteur zal de curator de verificatie van de schuldvorderingen doen. De curator zal m.a.w. beslissen of hij de verschillende vorderingen aanvaardt of betwist. Hiervan wordt een proces-verbaal opgesteld dat ter griffie wordt neergelegd.
Laattijdig ingediende schuldvorderingen worden in het daaropvolgende PV van verificatie behandeld.
In geval van betwisting wordt u daarvan per aangetekend schrijven op de hoogte gebracht, waarna u bij een tweede aangetekend schrijven zal worden opgeroepen voor de Rechtbank van Koophandel voor de behandeling van de betwisting.
Verdere afwikkeling van het faillissement
- Summiere rechtspleging tot sluiting van het faillissement
Indien de curator vaststelt dat het actief ontoereikend is om de vermoedelijke kosten van beheer en vereffening te dekken, kan de Rechtbank van Koophandel, de sluiting van de verrichtingen van het faillissement uitspreken.
Ook de rechtbank kan daartoe ambtshalve het initiatief nemen, na de curator voorafgaandelijk te hebben gehoord.
De beslissing tot sluiting van het faillissement brengt de ontbinding van de rechtspersoon (vb. NV, BVBA,…) en de onmiddellijke sluiting van de vereffening met zich mee.
- Afsluiting van het faillissement door vereffening
In de vereffeningsfase gaat de curator over tot tegeldemaking van het actief: Hij zal m.a.w. trachten het actief zo groot mogelijk te maken door de goederen van uw failliet verklaarde debiteur te verkopen, schuldvorderingen te innen enz.
Na de “realisatie” van het actief, zal de curator de opbrengst verdelen onder de schuldeisers van uw debiteur.
Dit gebeurt naar evenredigheid van hun vorderingen of “pondspondsgewijs” en na aftrek van de kosten en uitgaven voor het beheer van de failliete boedel, van de uitkeringen tot levensonderhoud aan de gefailleerde en zijn gezin en van hetgeen aan de bevoorrechte schuldeisers betaald is.
Sommige schuldeisers hebben immers voorrang op andere omdat zij beschikken over een hypotheek of voorrecht.
Indien u m.a.w. niet beschikt over dergelijk voorrecht, zal u meestal niets recupereren. In dat geval zal de curator u een fiscaal attest (ook: “attest pro fisco”) afleveren zodat u uw vordering kan afschrijven.
Na de afsluiting van het faillissement wordt de curator ontheven van zijn opdracht en verkrijgt de gefailleerde opnieuw het beheer over zijn vermogen.
Afhankelijk van de al dan niet verschoonbaarverklaring van uw klant, verkrijgen de schuldeisers opnieuw het recht om individueel hun schuldvorderingen uit te voeren tegen de persoon en het vermogen van de gefailleerde.
Kan u uw klant na het faillissement nog aanspreken tot betaling? Verschoonbaarheid.
- Verschoonbaarheid van de gefailleerde
Op het einde van de vereffening van het faillissement worden u, de andere schuldeisers en uw debiteur opgeroepen voor een vergadering waarin de rekening van het faillissement wordt besproken en afgesloten.
Ook de “verschoonbaarheid” van uw debiteur (niet-rechtspersoon) komt ter sprake tijdens deze vergadering: alle schuldeisers die aangifte hebben gedaan van hun schuldvordering kunnen hun mening daarover meedelen.
De rechter heeft evenwel het laatste woord inzake de verschoonbaarheid.
Hij dient meerbepaald na te gaan of de gefailleerde “ongelukkig is en te goeder trouw heeft gehandeld”.
Onder “ongelukkig zijn” wordt verstaan dat de gefailleerde het slachtoffer is geworden van omstandigheden die buiten zijn wil hebben plaatsgevonden. Het feit dat de gefailleerde in zijn beheer fouten heeft begaan, is geen reden om de verschoonbaarheid te weigeren.
De notie “te goeder trouw” moet worden begrepen als correct handelen voor en tijdens het faillissement. Meerbepaald is dit criterium vervuld indien de gefailleerde geen kennelijk grove fouten heeft begaan (zoals het nalaten om een boekhouding te voeren).
Om na te gaan of deze criteria vervuld zijn, wordt de gefailleerde opgeroepen om samen met de rechter-commissaris en de curator in de raadkamer te worden gehoord over de verschoonbaarheid en de sluiting van het faillissement.
De gefailleerde krijgt de kans om de rechter te informeren over het faillissement en zijn eventuele toekomstplannen.
De curator brengt verslag uit over de omstandigheden van het faillissement en de medewerking van de gefailleerde tijdens de procedure.
Indien de rechter oordeelt dat de gefailleerde ongelukkig is en te goeder trouw heeft gehandeld, spreekt hij de verschoonbaarheid uit.
Dit heeft tot gevolg dat u (en de andere schuldeisers) de gefailleerde niet meer kan vervolgen tot betaling, ook niet wanneer hij bijvoorbeeld ineens de lotto zou winnen of een nieuwe bloeiende zaak zou hebben geopend.
Kan u zich verhalen op de echtgenoot van uw verschoonbaarverklaarde klant?
Indien uw debiteur verschoonbaar werd verklaard, zou u er wel eens aan kunnen denken om de echtgenoot van deze laatste aan te spreken tot betaling van de schulden.
Helaas, de verschoonbaarheid van uw klant geldt automatisch voor zijn/haar echtgenoot.
Ook daar kan u uw gelden dus niet gaan halen.