De collectieve schuldenregeling kan worden beschouwd als een privé-faillissement: het is een procedure die aan particulieren (niet-handelaars) de mogelijkheid biedt om hun financiële toestand te saneren.
Uw debiteur mag echter niet zelf zijn onvermogen in de hand hebben gewerkt en er mag geen sprake zijn van bedrog in hoofde van uw debiteur. Verder impliceert het herstel de terugbetaling, in de mate van het mogelijke, van zijn schulden mits de waarborg dat uw debiteur en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden.
Om tot de collectieve schuldenregeling te worden toegelaten, legt uw debiteur een verzoekschrift neer bij de arbeidsrechtbank.
Wanneer uw debiteur wordt toegelaten tot de procedure van collectieve schuldenregeling wordt er een verklaring van toelaatbaarheid opgesteld.
Vanaf dit ogenblik zal uw debiteur niet langer beschikken over zijn vermogen, aangezien dit vermogen dient om zijn schuldeisers terug te betalen. Als schuldeiser impliceert dit dat de tenuitvoerlegging tot betaling van een geldsom wordt geschorst.
Schulden die ontstaan in de loop van de procedure moeten bij voorrang worden voldaan.
Indien u als schuldeiser reeds beslag had laten leggen voordat uw debiteur werd toegelaten tot de procedure van collectieve schuldenregeling kan u de gedwongen uitvoering niet verderzetten.
De toelaatbaarheidsverklaring leidt zelfs tot de schorsing van de loop van de interesten. Binnen de maand na de kennisgeving van deze verklaring kunt u als schuldeiser aangifte doen van uw schuldvordering. Wees alert! Indien u uw schuldvordering laattijdig indient, zal hiermee geen rekening worden gehouden.
Vervolgens zal er een schuldbemiddelaar aangesteld worden om te pogen u en uw debiteur tot een akkoord te brengen.
Indien dit akkoord wordt bereikt, bevestigt de rechter dit in een zogenaamd ‘akkoordvonnis’. De schuldbemiddelaar zal toezien op de naleving van dit akkoord.
Bij gebreke aan minnelijke regeling zal de schuldbemiddelaar hiervan een proces-verbaal opstellen en aan de beslagrechter vragen om een gerechtelijke aanzuiveringsprocedure op te leggen. Deze procedure duurt tussen drie en vijf jaar.
Meerbepaald kan de rechter uitstel van betaling toestaan.
Hij kan eveneens interesten verminderen of kwijtschelden.
De rechter dient er wel op toe te zien dat hij de gelijkheid van de schuldeisers respecteert: hij mag m.a.w. de ene schuldeiser niet bevoordelen boven de andere.
Daarenboven moet hij rekening houden met de bestaande voorrechten en hypotheken.
Blijken deze maatregelen onvoldoende om de financiële toestand van uw klant te herstellen, dan kan de rechter zelfs de schulden van uw debiteur kwijtschelden zodat hij deze niet meer hoeft te betalen.
Dit impliceert wel dat de goederen van uw debiteur allemaal te gelde zijn gemaakt (verkocht) (tenzij de kosten van de verkoop hoger liggen dan de opbrengst ervan).
Verdere verloop van de procedure:
Indien uw debiteur tijdens deze aanzuiveringsprocedure (minnelijk dan wel gerechtelijk) “tot beter fortuin komt” (hij erft vb. een aanzienlijk bedrag), of indien de regeling niet wordt nageleefd, dan kan u aan de rechtbank een herroeping of aanpassing van de regeling vragen.
Indien uw debiteur de schuldenregeling daarentegen naleeft, wordt hij op het einde van de procedure bevrijd van zijn schulden.
Deze laatsten blijven evenwel voortbestaan als “natuurlijke verbintenissen”: indien wordt overgegaan tot vrijwillige betaling ervan, zullen deze gelden niet meer kunnen worden teruggevraagd.